hier het begin van een verhaal...
Het jaar nul Apocalyps De wereld was dood. Niets wilde nog groeien. Zeven nucleaire oorlogen, mislukte genetische experimenten om superplanten te creëren en andere catastrofale miskleunen hadden geleid tot verwoestingen van ecosystemen en vele nieuwe ziektes. De zee was zwart met gifgroene verkleuringen, de mensen waren grauw door de uitwasemingen van de fabrieken van de actieve, maar niet echt effectieve luchtzuiveringsinstallaties, die overal nodig waren . De reeds lang uitgeroeide dieren stonden opgezet in nooit bezochte musea, er was geen toekomst meer… Het was alleen nog maar een kwestie van tijd tot de Aarde, verminkt, vergiftigd en vernederd het begaf…
Toen gebeurde het! Ineens, plotseling, zonder enige waarschuwing; de Aarde begaf het, de grond spleet, tsunami’s rolden over de kusten, stormen giftige regen brandden door kleren en op de huid, gebouwen van het onverwoestbare genre stortten in elkaar als kaartenhuisjes, de aardas verplaatste zich. Mensen stierven met miljarden per seconde. Zeven dagen duurden de rampen. De wereld werd vernietigd op dezelfde tijd als ze werd gemaakt volgens een oud al lang vergeten boek, met het verschil dat er aan de vernietiging miljoenen jaren voorbereiding zijn vooraf gegaan. Hoe ironisch!
Op de achtste dag verschijnt er een fel licht, maar er is niemand om het te bemerken, de mensen zijn of dood, of ergens verborgen om zijn of haar wonden te verzorgen. Als het licht afneemt wordt een vogel zichtbaar. Een vogel ongeëvenaard aan enige andere vogel: de kop en nek van een kraanvogel, die eindigt op het lichaam van een condor. Die is uitgerust is met adelaarsvleugels en ranke poten met krachtige klauwen. Deze vogel noemt Zamacai (uitgesproken: Zamakai) en is de oudste van drie Animalische oergoden: Lojymarc (uitgesproken: Lojiemark), de machtige beer en Aykena (uitgesproken: Ajkena), de geharnaste wolf.
Zamacai scharrelt tussen het zwarte stof,… Opeens richt hij zijn kop tot de hemel, spreidt zijn vleugels en schreeuwt een luide kreet: “KKKKRRRRIIIIIIEEEEEEEEEEEEAAAAAAARGGGGG!!!!!!!!!” “BRRRRRRRROOOOOAAAAARRRRR!!!!” “AAAAAAAAAWWWOOOEEE!!!!!” Lojymarc en Aykena vallen Zamacai bij in de kreet der vernieuwing. En voorwaar, voorwaar een nieuwe wereld begint te ontstaan : het land groeit, de zee stroomt en oerbos groeit. Een nieuwe, veel grotere wereld krijgt vorm.
De drie wezens staan op een bergtop, die de hoogste is van een bergketen die zij zojuist hebben gecreëerd. Lojymarc en Aykena lijken tevreden, maar Zamacai is nog niet tevreden:”Broeders,” zegt hij,” Een wereld zonder leiders is een wereld van chaos. De dieren hebben een leider nodig, daarom stel ik voor aan u, mijn broeders dat we een uiterst selectieve groep van dieren de macht geven, zij zullen de wetten opstellen de dieren beschermen en oorlogen voorkomen, met andere woorden: Vredesdieren.” Loiymarc gromt instemmend en zegt:”Goed idee, maar toch deze wereld is te groot om alleen maar bestuurd te worden door een kleine groep van dieren. Ik stel voor dat jouw Vredesdieren hulp zullen krijgen van andere dieren die een kleinere groep dieren beschermen.” “Dus de vredesdieren bewaren de rust overal en die andere dieren de euh…, Beschermers? Ja, Beschermers. Die Beschermers nemen de Vredesdieren wat werk uit handen door voor hun eigen kudde of troep te zorgen. Is het zo Lojymarc?” “Ik had het zelf niet beter kunnen zeggen Zamacai m’n broer.” stemde Lojymark in. Al die tijd had Aykena gezwegen maar nu sprak hij:”Ik blijf erbij dat niet alle leiders even goed met macht kunnen omgaan. Iemand van ons zou hier moeten blijven om een oogje in het zeil te houden.””Ga je gang Aykena wij houden je niet tegen!” hoonde Zamacai. “goed, dan ik blijf hier om een oogje in het zeil te houden op onze nieuwe wereld!”blafte Aykena. De drie goden schiepen de Vredesdieren, de Beschermers en ontelbare andere dieren: meer dan er op de oude Aarde ooit waren geweest. Ze schiepen ook dieren die noch nooit hadden bestaan. Ondertussen ergens anders op de onmetelijk grote nieuwe aarde schiep een duistere kracht de Oorlogsdieren en hun dienaren uit Schaduwen…
_________________ Als de slang uit de appelboom geef ik jullie verleiding, syssend in jullie oren, de appel aanbiedend...
|