Nou, dan zal ik maar eens reageren, als dat goed is.
@ Wobley:Citeer:
Ik heb weleens zitten te denken over het voorval kunnen denken en praten. Ik heb ooit iets gelezen dat wij "intelligent" zijn, omdat we taal kunnen gebruiken.
Die stelling komt inderdaad veel voor in verschillende wetenschappen. Je kunt het o.a. terugvinden in de psychologie en in de taalkunde. Ook wordt erop gewezen dat het niet enkel Intelligentie is, maar ook Identiteit en Zelfbewustzijn, die alle taalafhankelijk zijn. Naar deze gedachtengang wordt o.a. verwezen in het werk van F.G. Droste, Wittgenstein en Jaques Lacan.
Zelf heb ik hier ook het één en ander over geschreven (naar aanleiding van gelezen boeken) op m'n weblog.
Citeer:
Maar stel nou.. Dat de slimheid van de mens een soort van fout is; een "ziekte" of iets dergelijks.. Ik bedoel, er zijn ook dieren die kunnen communiceren maar niet in de woorden zoals wij ze kennen. Misschien houdt ons dat juist tegen in onze vooruitgang en dergelijke.
Het concept ziekte laat zich eigenlijk simpel definiëren als 'datgene wat we niet willen'. Taal is iets dat we willen. Sterker nog, het wordt niet alleen aangemoedigd om taal te gebruiken, we worden zelfs op onze taalvaardigheden beóórdeeld. In niets blijkt dus binnen de menselijke cultuur dat taal iets onwenselijks of hinderlijks is.
Daarnaast wil ik graag een onderscheid maken tussen communicatie enerzijds en taal anderzijds. Taal is wel communicatie, maar communicatie hoeft nog geen taal te zijn. Taal als zodanig is een
systeem van doelbewust tekengebruik. De menselijke taal kenmerkt zich in verschillende eigenschappen, die het onderscheiden van alle dierlijke communicatievormen:
1: het soort tekens dat gebruikt wordt
2: de hoeveelheid tekens die gebruikt worden
3: de ordening waarin die tekens gebruikt worden
Deze punten zal ik even toelichten.
Ad 1: communicatie is natuurlijk het doorgeven van informatie, en dat gebeurt door middel van tekens. Voor dieren geldt dus evenzeer dat zij tekens gebruiken. Er zijn echter verschillende soorten tekens, namelijk
iconen, indexen en
symbolen. Iconische tekens berusten op een gelijkenisrelatie met datgene waarnaar ze verwijzen (het
denotatum), zoals foto's, landkaarten en karikaturen. Indexicale tekens zijn in hun betekenis eveneens afhankelijk van hun denotatum, maar zij zijn in hun bestaan afhankelijk daarvan. De betekenis is waardeloos als datgene waarnaar ze verwijzen niet bestaat. Denk hierbij aan bijvoorbeeld rook (in relatie tot vuur), voetstappen (in relatie tot mensen) en met ontblootte tanden grauwen (in relatie tot honden). Naast deze twee soorten tekens wijken de symbolische tekens tamelijk af. Deze zijn zowel in hun vorm als bestaansrecht niet afhankelijk van hun denotatum. Dat houdt in dat hun tekenwaarde
niet bepaald wordt door de dingen in de werkelijkheid. De betekenis van symbolische tekens moet geleerd worden (wat vaak cultureel bepaald is).
Dit gezegd hebbende, is het van belang om de menselijke taal te beschouwen als hoofdzakelijk
symbolisch. Een woord zoals
'kat' laat op zichzelf níéts zien of doorschemeren van de werkelijkheid; de betekenis van het woord moet geleerd worden. (Beeldspraak en klanknabootsende woorden vormen hierop een uitzondering.)
Voor informatie over tekens, de soorten tekens en het gebruik ervan verwijs ik je naar
semiotiek (een wetenschap).
Ad 2: Op het eerste gezicht lijkt dit punt helemaal vanzelfsprekend te zijn natuurlijk. Echter, als we aannemen dat menselijke taal (hoofdzakelijk) symbolisch is, dan impliceert dat iets heel belangrijks. We zijn in ons tekengebruik níét per se afhankelijk van het materiële hier-en-nu. Immers, we kunnen praten over gisteren of over morgen, over dingen die er niet zijn, over niet-tastbare en -aanwijsbare dingen enzovoort. Dat wil dus zeggen dat het domein van onze communicatie eigenlijk oneindig is. Zo'n oneindigheid van het communicatiedomein vind je nergens terug in de dierenwereld.
Ad 3: Dat de menselijke taal symbolisch is en bestaat uit vele duizenden woorden is allemaal goed en wel, maar een woord op zichzelf zegt nog niet zo bijster veel. Ik kan wel 'kat' zeggen, maar dan weet je feitelijk nog weinig. Ik kan het hebben over 'Die rode kat daar', of 'Mijn jonge kat is er niet'. De betekenis van deze twee zinnetjes hangt af van de structuur die ze hebben (dus de
syntaxis). Door structuren van woorden/woordgroepen kunnen mensen nóg veel meer zeggen dan wanneer we enkel losse woordjes gebruiken. Dat we informatie willen maken we b.v. duidelijk door het maken van vraagzinnen.
Als we dit allemaal naast elkaar zetten, dan mogen we zeggen dat voor het leven op Aarde de menselijke taal uniek is. Juist door de bijna grenzeloze mogelijkheden kunnen we ons qua intelligentie op hogere niveau's tillen en leren om dingen te begrijpen, te doorgronden en daardoor te manipuleren. Het menselijke taalvermogen mag dan wel
evolutionair bepaald zijn (door afwijkende hersenstructuur, apart strottenhoofd en specifieke ordening van spieren), maar het 'universum' dat vervolgens ontsloten wordt leidt tot een ware
revolutie.
Je oppert de mogelijkheid dat onze intelligentie en taalgebruik een 'foutje' zou kunnen zijn.
Angel26 reageert hier vervolgens op met:
Citeer:
dan zou je die vormen van intelligentie ook als een foutje kunnen beschouwen. lijkt me wat ver gaan.
Om op jullie beide in te gaan: ik vind het eigenlijk erg zinloos om over de concepten Intelligentie en Taalvermogen te spreken in termen van 'goed' of 'fout'. Het enige dat je er terecht over kunt zeggen is dat het
'afwijkend' is (in verhouding tot wat we verder op deze planeet aantreffen). Als we de ethische kant op willen gaan, dan moeten we het in elk geval niet hebben over dát we intelligent en taalvaardig zijn, maar over wát we daarmee doen.
Roonronald schrijft daarna:
Citeer:
[...] en uit ervaring weet ik dat praten chaos veroorzaakt.
En dat telepathisch contact vele malen effectiever zal zijn.
(Het is de vraag wat is er sneller het licht of geluid)?
Wat sneller gaat is zuiverde en effectiever.
In het kader van wat ik hierboven beschreven heb, kan ik zeggen dat ik het zelf niet met deze uitspraken eens ben. Als we namelijk aannemen dat de mens een dier is, en in alle opzichten (dus ook cognitief) begon als dier, dan betekent dat dat de mens aanvankelijk geen taal gebruikte. Als we daarna stellen dat dieren telepathisch en intuïtief sterk zijn, dan zou dat (lijkt mij dan, als we het ook over chimpansees hebben) toch ook voor de 'primitieve' mens gelden. Als we vervolgens ook nog aannemen dat telepathie mogelijk is én efficiënter, WAAROM zou de mens dan OOIT zijn gaan praten met woorden?
Daarnaast ben ik het in zekere zin wel eens dat praten chaos veroorzaakt. Er is immers altijd de mogelijkheid tot miscommunicatie en misinterpretatie (hierover is binnen de
pragmatiek veel onderzoek gedaan). Het is echter maar de vraag of we die
communicatieve chaos werkelijk zo ernstig moeten nemen als we kijken naar hoe dieren leven. Zij zijn cognitief beschouwd helemaal overgeleverd aan een ondoorgrondelijke vijandige wereld waarin zij voortdurend moeten vechten voor hun leven. Ook chaos dus. Een mens daarentegen kan zich over heel veel dingen heen zetten dankzij zijn talige vermogen.
Hoewel dit off-topic is, ga ik er toch even op in:
Citeer:
Een dolfijn leeft vanuit het bewustzijn van.
IK ben er, en dat is al wat nodig is.
Gewoon zijn.
Wij komen van een plaats van doen, maar de bedoeling is gewoon om te zijn wie je bent.
Een dolfijn, mogen we aannemen, is onbekend met de concepten Ik, Zijn en Noodzaak. Zondermeer leeft dit beest in het hier-en-nu, omdat het cognitief ook niet tot meer in staat is. Het dierlijk bewustzijn is reactief, dat wil zeggen dat de geest voortdurend slechts direct reageert op wat er binnenkomt aan indrukken. (En even voor de goede orde: nee, ik stel nergens dat dieren geen geheugen hebben of begripsvorming kennen.)
Nou ja, dit was het zo'n beetje. Hopelijk hebben jullie er wat aan.