Citeer:
Onze cultuur en onze economie zijn niet van elkaar te scheiden eigenlijk.
Als je tweemaal 'onze' weghaalt, dan hou je een universeel geldige uitspraak over.
Citeer:
Maar spullen kopen is niet hetzelfde als jezelf verhoeren aan een bedrijf.
In eerste instantie zou je dit inderdaad denken. Ik denk echter dat Natascha de spijker op zijn kop slaat als ze zegt:
Citeer:
En je werkt toch maar om te consumeren.
Toevallig hadden we het er vandaag nog over bij het vak
Cultuurfilosofie. Wáárom willen ministers dat al die werklozen weer gaan werken? Is dat omdat arbeid nu een Waarde is die nagestreefd moet worden voor ons persoonlijke heil? Is het omdat het lekker, fijn en gezond is om te arbeiden? Nee, het antwoord is verbluffend banaal en pervers: men wil dat iedereen werkt, omdat er anders geen geld meer circuleert.
De mechaniek hierachter is zeer efficiënt, en wel zodanig dat ze altijd overal is en alles integreert in zijn monsterlijke proporties. Onze, d.i. de Westerse, samenleving staat sinds de 15e eeuw steeds meer in het teken van kapitalistische structuren, en vanaf 1800 explodeert dit fenomeen tot het economische gedrocht dat het nu is. Deze ideologie van liberaal en kapitalistisch denken heeft de hegemonie op aarde verkregen en is thans de Leidmotif voor de geglobaliseerde samenleving.
Marx merkte in de 19e eeuw al heel scherp op dat de productieprocessen leidden tot een sterke mate van vervreemding. De arbeider neemt een strikt bepaalde doch anonieme plek in binnen de productiemachinerie, en wordt zo dus ontheemd en vervreemd van zijn menselijke dynamische natuur. Nogmaals treedt de vervreemding op doordat hij, de arbeider, tevens vastgezet wordt binnen een economisch systeem waarbij alles om de Markt draait, alwaar hij de gedwongen consument is. Met andere woorden, de arbeider produceert, om deze later in zekere zin weer te kunnen kopen. Van het geld dat hij verdiende met produceren, uiteraard.
Waaróm kennen we dit fenomeen? Het sluit eigenlijk aan bij de tendens die de westerse cultuur reeds kende, m.b.t. wetenschap. De aloude vraag naar het 'wat' werd in de loop van de (vroeg-)moderne tijd de vraag naar het 'hoe'. De mens wordt een onderdeel van de kosmologie, van het verklaarbare mechaniek dat de wetenschap onderzoekt. Het teleologisch denken wordt tegelijkertijd meer en meer losgelaten. We denken in termen van functionaliteit (wat dat betreft is het concept McDonaldisering erg leuk). De betekenis van het bestaan is slechts de functie van het in stand houden van het bestaan > geen doel > geen vraag naar de juiste middelen om doelen te bereiken > processen functioneren omwille van het functioneren (> de mens wordt een 'animal laborans').
Dit is precies het geval met het economische bestel dat de mens geschapen heeft, met zichzelf als hoofdrolspeler daarin. Het kapitalisme draait omdat het draaien moet, en daartoe moeten we produceren en consumeren. Dit blijft maar doorgaan, en dat is ook de reden waarom kapitalisme feitelijk gelijk staat aan productiewildgroei: altijd maar meer en meer. We weten ook niet anders meer, we kunnen ons maar moeilijk nog iets anders voorstellen. Onze waardenbeleving hangt af van de output die het systeem ons levert. We consumeren waarden, normen en 'doelen'. Dit alles is natuurlijk één en al
vervreemding.
Een voorbeeld wat we makkelijk kunnen herkennen is overigens de universiteit. Universiteiten worden tegenwoordig gefinancieerd op basis van hun 'output'. Veel afgestudeerden, veel doctoraten en veel onderzoeken leveren geld op voor de universiteit. Zo wordt educatie geïntegreerd in het marktsysteem. Productie > output > input (geld) > productie > output etc. etc. Het draait omdat het draait, omdat het anders niet draaien kan.
We werken om geld te verdienen, zodat we kunnen consumeren, waardoor we weer geld kunnen verdienen, zodat we weer kunnen consumeren. Dit systeem is pervers in die zin dat het een uiterst oneigenlijke wijze is van behoeftebevrediging. We consumeren, omdat onze spreekwoordelijke libido geheel gefixeerd is op wat de markt en de cultuurindustrie ons biedt.
Zo, dat was een aardige lap met geleuter, en ondertussen heb ik een enorme deja-vu momenteel.