Zo, beste mensen. Het wordt weer eens hoog tijd voor een goed oud stukje oerhollands conservatief geklaag!
Waar gaan we het vandaag over hebben? Nou, ik zat zelf te denken aan het Nederlands. Jawel, onze taal. Zoals sommigen van jullie wel weten, houd ik me veel bezig met taalkunde en letterkunde. Dat heeft me in de afgelopen paar jaar meer en meer bewust gemaakt van mijn/onze taal, het Nederlands. Hoewel ik van nature geheel niet conservatief van aard ben, zijn er tegenwoordig toch dingen waar ik mij hoe langer hoe meer aan begin te storen. Ik wil hier daarom de invasie bespreken die het Nederlands ondergaat, m.n. die van het Engels.
We gebruiken vandaag de dag veel Engels, laten we eerlijk zijn. En anders wel Duits of Frans. Zolang het maar geen zuiver Nederlands is, want het is immers interessant, opvallend of hip om dingen 'anders' te zeggen. Nu, ik vind dat wij, Nederlandstaligen, daarin te ver gaan.
Je kunt zeggen: 'Ik moet vandaag, nu het weekend echt eens shoppen, op zoek naar snowboots, en daarna ga ik loungen met een smoothie zolang het kan, want 's avonds komen de kids thuis, de hele tijd gamen in plaats van huiswerk te maken voor science.'
Je zou haast denken dat we het volgende helemaal vergeten:
weekend = weekeinde
shoppen = winkelen
snowboots = sneeuwschoenen
smoothie = vruchtensap
kids = kinderen
gamen = computeren/computerspellen spelen
science = natuurkunde/scheikunde
Waarom zouden scholen het vak scheikunde ineens science gaan noemen? Waarom moeten we het hebben over accountancy in plaats van boekhouden? Waarom 'switchen' we onmiddelijk over naar Engels, Duits, Frans, Spaans of Weetikveelwat zodra we het buitenlandse accent horen van iemand die toch echt Nederlands probeert te spreken en oefenen?
Het is niet dat we niet anders kunnen, want we kunnen anders. 'Weekeinde' is een perfect Nederlands woord en klinkt helemaal niet raar. Ook 'science' is niet nodig, en eigenlijk schept het enkel onduidelijkheid, omdat science van alles kan inhouden, in tegenstelling tot bijvoorbeeld scheikunde.
De Vlamingen hadden deze houding pas écht heel goed onder de knie: in twee generaties tijd was zo goed als de volledige Brusselse generatie volledig geassimileerd tot de francofonie. Frans-Vlaanderen had de smaak echter al een paar eeuwen eerder te pakken. Kijk maar eens op Google Maps, en zoek even op 'Wissant' en 'Boulogne'. Geloof het of niet, maar dat was in de middeleeuwen Nederlandstalig, inclusief alles ertussenin.
Verfransing, verengelsing, geheel onze eigen schuld, omdat onze taal ons kennelijk geen scheet waard is. Why shouldn't we start speaking English right away, and flush Dutch down the toilet?
Eigenlijk zouden de leerlingen bij het vak science in opstand moeten komen en per direct ook Engelstalige les eisen.
Laten we nu onze blik eens even richten op het Afrikaans. Je kent het wel, dat grappige en schijnbaar kinderlijk eenvoudige taaltje waarin je met dodelijke ernst kunt zeggen: 'Ons spreek geen Engels nie'. Afrikaners gaan met de hijsbak omhoog als ze geen zin hebben in de trap, en laaien dingen af van internet. Het kan dus kennelijk wel. Hersenen zijn klaarblijkelijk wel degelijk in staat tot leenvertalingen!
Nederlanders negeren dat deel van onze hersenen echter hardnekkig, en eigenlijk begint me dat te storen. We zijn totaal niet creatief met onze taal. Soms leen je woorden sámen met een ding omdat je er zelf geen inheems woord voor hebt. Dat is logisch, maar 'science' of 'shoppen' valt niet te billijken. Doordat de overheid en instituties zo makkelijk omgaan met de taal krijgen ook nieuwere generaties het idee dat al het niet-Nederlandse 'cool' is en Nederlands 'boring' is. Nog zo'n voorbeeld uit de praktijk:
Vorig semester hadden we het vak Tweede Taalverwerving, en één college werd gegeven door een Deense dame. Zij sprak prima Engels, maar ze had tevens het Nederlands en zelfs het Fries uitstekend geleerd. We kregen echter tóch les in het Engels, omdat enkele 'vaktermen' nu eenmaal in het Engels waren...
Met zo'n mentaliteit hebben weinig buitenlanders natuurlijk nog de behoefte Nederlands te leren. En dat doen ze dan ook niet in bijvoorbeeld Brussel en randgemeentes. Eén voorbeeld nog:
Ik zat eens op de internationale trein van Brussel naar Amsterdam, en ik kom naast een jongedame van mijn leeftijd te zitten. Ze was geboren en getogen in Luxemburg (check Wikipedia, en je zult leren dat het gros níét Frans als moedertaal heeft, maar desondanks tóch Frans erin gestampt krijgt; over francofonie gesproken) en woonde thans in Brussel (tweetalig). Daar woonde ze samen met haar Vlaamse (!) vriend, en bovendien studeerde ze geschiedenis in Leiden (naar ik weet een Nederlandstalige stad). Maar sprak zij één woord Nederlands? Nee...
Ik weet zeker dat deze praatjes door sommigen (of veel) niet zo serieus genomen worden en dat het nogal puristisch lijkt. Op zich is dat ook een redelijke visie. Eigenlijk is het ook puristisch gezeur, maar wel als tegenreactie op zaken. Als ik In Vlaanderen vertoef (en daar zit ik veel), dan weiger ik in elk geval hardnekkig en principieel om ook maar één woord Frans te spreken, idem dito in Brussel, en ik verbeter ook mijn moeder consequent als ze zegt dat ze 'dizzy' is en 'snowboots' moet kopen.
PS: En ga me niet vertellen dat taal- en identiteitsbesef niets met (lager) bewustzijn en zelfbewustzijn te maken heeft.