Net was ik nog blij![Afbeelding](http://i61.tinypic.com/642u53.jpg)
Soms vind ik het moeilijk om te lachen. Een echte, oprechte lach kan
ik dan zelfs niet uit mijn tenen halen. Een goede grap, een gekke bek;
het is op zo'n moment niet genoeg. Ik kan me dan niet gelukkig voelen
door het mooie weer, fluitende vogels, een warme zoen. Ik ben dan
'gewoon' verdrietig. Waarom weet ik vaak zelf ook niet. Als iemand
het me vraagt, pijnig ik mijn hoofd op zoek naar een kloppend antwoord.
De woorden vind ik zelden. Zit ik daar, met al mijn gevoel. Onmachtig
omdat ik niet kan lachen en alle vragende en bezorgde blikken
schouderophalend moet beantwoorden. Want ik weet het simpelweg niet.
Als klein kind kende ik deze momenten al. Zo gewoon als ze voor mij
waren, zo ongewoon bleken ze voor mijn omgeving te zijn. Zomaar huilen
riep vraagtekens op bij velen. Kon ik er niet over praten? Stelde ik me aan?
Nee, ik ben nooit een aansteller geweest. Het grote verdriet dat ik diep van
binnen voelde, was niet minder echt omdat ik geen antwoord wist op
“waarom?”. Het heeft lang geduurd voordat ik dit tegen mezelf kon zeggen.
Want mensen oordelen. Mijn tranen werden bestempeld als ‘krokodillentranen’
en mijn verdriet werd lang niet altijd serieus genomen. Mijn generatie is er
een van vele onverklaarbare gevoelens. De wereld met al haar overweldigende
indrukken sleept ons van blij naar droevig, van trots naar schaamtevol en
weer terug. Daar vind ik de herkenning, want ik ben absoluut niet alleen.
Tegenover al mijn tranen staat een brede lach, een kriebel in mijn buik en een
kinderlijk verlangen naar het blazen van bellen. Dus als je me vraagt hoe ik me
nu voel, zou ik zeggen:
“Net was ik nog blij, maar ach, nu ben ik gewoon verdrietig.”