Beste mensen, Ik heb een keer een stuk geschreven over de beroemde sf-serie 'Duin', van Frank Herbert. Misschien dat er belangstelling voor is, en daarom plaats ik het ook maar op dit forum. Veel lees- en reageer-plezier.
Frank Herbert´s ´Duin´-kronieken analyse van een magistraal epos ©
Hoewel het stempel ‘magistraal’ uiteraard subjectief is, mag toch gezegd worden dat de ‘Duin’-boeken een terechte status genieten van ‘meesterlijk’. Niet alleen wordt dat beweert door een grote schare van zogehete sciencefictionfans, ook mensen die geen sf lezen kunnen er waardering voor opbrengen, en zelfs is deel één van het epos, ‘Duin’, verplichte literatuur geweest bij opleidingen. In de loop der decennia hebben de boeken slechts weinig kritiek te verduren gekregen, behalve dan dat deel één te dik is. Vinden sommigen althans. In werkelijkheid echter is het nog te dun, zo rijk en uitgebreid is het universum dat de auteur weet te creëren. Een goede omschrijving van de inhoud van de boeken valt moeilijk te geven, juist vanwege de uitgebreidheid. Ook zal iedere lezer er andere dingen uithalen. De boeken zijn namelijk op meerdere niveaus te lezen. Toch is het zo dat de boeken één geheel vormen, al is deel één ongetwijfeld het bekendste en belangrijkste deel. Slechts het eerste deel bespreken zou de totaalwaarde absoluut teniet doen, want hoe meer men erover nadenkt, hoe meer lagen doorgrond worden die veel dieper liggen en veel grootser zijn dan alleen het eerste deel doet vermoeden. Daarom zal ik over de Duinkronieken spreken als een geheel, want dat zijn de in totaal zes delen zeker.
Laat ik beginnen met een stelling. Die stelling luidt als volgt: de Duinkronieken raken de essentie van ons bestaan, namelijk overleven. Hiernaast spelen kortzichtigheid, heldenstatus en impulsief egoïsme tevens een grote rol. Dat overleven de essentie van bestaan vormt valt wellicht te betwisten, maar dat laat ik even achterwege. Feit is dat dit idee mijns inziens ten grondslag ligt aan het volledige verhaal, en in die zin als een kapstok fungeert. Om de essentie van Frank Herbert’s kronieken duidelijk te maken, moet ik het hebben over groeperingen en personages die in de boeken voorkomen. Enige voorkennis is dus van belang bij het lezen.
Het Duinuniversum heeft in de kern van diens samenleving een fragiele politieke driepoot. Deze driepoot bepaalt het leven van wel een miljoen planeten met vele miljarden mensen. Hij bestaat uit: 1. De Padishah Keizer. In de tijd waarin deel 1 zich afspeelt is dit Shaddam IV. 2. Het Ruimtegilde (Engels: Spacingguild). 3. De Bene Gesserit Zusterorde.
De Padishah Keizer
Hoewel een keizerschap normaliter ongelimiteerde macht impliceert, is dit in het Duinuniversum allerminst het geval. Alledrie de partijen doen een machtige duit in de zak waarvan niemand het bestaan als officieel aanneemt. De macht van de keizer wordt bewust in stand gehouden, waarmee ook de positie van de andere twee partijen verzekerd blijft. De Padisha Keizer is het hoofd van Huis Corrino, een oud en edel geslacht die na de Butlerse Jihad het machtsevenwicht en de orde handhaafde. Daarom wordt de politieke driepoot ook wel de Pax Corrino genoemd (Corrinovrede). Huis Corrino wordt qua geschiedenis en personages weinig uitgewerkt, daar de boeken in hoofdzaak om een ander geslacht draait, namelijk Huis Atreides. In naam is de Keizer de absolute heerser van het bekende universum, dat zich in het Melkwegstelsel bevind, hoewel dit niet letterlijk in de boeken genoemd staat. Zijn macht is grenzeloos als het over maatschappijen, culturen, leengoederen, inkomsten, leven en dood gaat. Hij beschikt over een leger waarmee hij met een vingerknip werelden kan wegvagen als hem dat genoegen schenkt. Een weerzinwekkende macht dus. Die macht wordt door de andere twee partijen zonder bezwaren toegelaten. Dat er op deze manier een vorm van centralisatie ontstaat, is gunstig, omdat daarmee een weliswaar feodaal machtsstelsel ontstaat, maar wel een stelsel dat overzichtelijk is en waarin iedereen zijn plek kent. Anarchie is er al tienduizend jaar niet meer geweest.
Het Ruimtegilde
Dit is een organisatie waarover de schrijver bewust weinig informatie aan de lezer geeft. Genoeg om diens macht te beseffen, en tevens genoeg om een waas van geheimzinnigheid en geslotenheid op te houden. In het Duinuniversum bestaat deze geslotenheid ook. Ze achten zichzelf namelijk superieur. Wat het Ruimtegilde zo machtig maakt is het feit dat het een monopolie bezit op ruimtevervoer. Geen enkele andere macht beschikt dus over ruimteschepen die tussen sterrenstelsels kunnen reizen. Dit betekend zelfs dat wanneer het Ruimtegilde dit wenst, ze zelfs de Keizer’s leger kunnen laten stranden op een willekeurige planeet. Ze regelen werkelijk alle interstellaire vormen van transport. Waarom grijpen ze dan niet de macht? Waarom chanteren ze niemand? Waarom maken ze zichzelf niet onmetelijk rijk? Want deze dingen voeren ze niet uit. In de boeken wordt dit niet uitgelegd, maar in ‘De weg naar Duin’ staan hoofdstukken die in het oorspronkelijke deel geschrapt zijn. Hierin staat een hoofdstuk over het Gilde en ecologie, een begrip dat eveneens cruciaal is in Duin. Het Ruimtegilde verandert zijn centrale rol niet in een gezaghebbende, omdat het ecologie begrijpt. Ze beseffen dat macht verantwoordelijkheid met zich meebrengt, en dat zoveel verantwoordelijkheid hun bestaan tot in de verre toekomst onzeker kan maken. Ze zijn tevreden met hun positie, want zolang ze enige bescheidenheid bewaren en ervoor zorgen dat de Pax bewaard blijft, blijft ook hun positie verzekerd. Er is dus een natuurlijk evenwicht dat ze niet met arrogantie en egoïsme willen verstoren.
De Bene Gesserit
Deze eveneens geheimzinnige orde wordt gevormd door uitsluitend vrouwen. Van alle groeperingen houden zij zich het meest op de achtergrond. Vanachter de coulissen sturen ze bewust van tijd tot tijd de politieke en culturele bewegingen. Daarvoor gebruiken ze vaardigheden die ze in de loop der millennia eigen hebben gemaakt, sinds de oprichting van hun zusterschap na de Butlerse Jihad. Ook zij beseffen dat bescheidenheid grootsheid betekend. Hun orde wordt pas voor de lezer echt duidelijk gemaakt in deel vijf en zes. Tot die tijd staan ze redelijk op de achtergrond. Over deze verschuiving vertel ik straks meer.
Wanneer we de Duinkronieken lezen, merken we dat het een enorme tijspanne heeft: minstens 6500 jaar, terwijl deel 1 zich 10.000 jaar in de toekomst afspeelt. Gedurende de periode die de boeken beslaan komen we Geslachten tegen, belangrijke personen, gebeurtenissen, religies en ordes, maar allen komen ze ten einde. Er heerst dus duidelijk een soort nietigheid en vergankelijkheid. Zelfs de grote hoofdpersoon uit deel 1, Paul Muad’Dib, die ook terugkomt in deel 2 en 3, sterft arm, ongelukkig en relatief anoniem. Dit, terwijl hij in deel 1 de Padishah Keizer van diens troon stoot en zelf de absolute macht grijpt. Zijn zoon, Leto II, erft die macht na deze van Paul’s zus gegrepen te hebben. Hij leeft 3500 jaar, maar weet dat hij sterven zal. En na zijn dood in deel 4 is ook hij slechts geschiedenis. Waar het op neer komt is dit: aan alles komt een eind. Dat betekend, dat ook aan de menselijkheid zelf een einde zal komen; dat ook aan het bestaan van de mens een einde zal komen. En dit is een belangrijk punt in de ontwikkeling van het Duinuniversum. Het Ruimtegilde kent dit gevaar, en ook de Bene Gesserit is zich ervan bewust. Beide zijn bescheiden en vervullen een duurzame rol. Beide groeperingen overleven alle zes boekdelen, waarmee de auteur ons één belangrijk ding duidelijk wil maken: impulsief egoïsme leidt tot de dood.
Impulsief egoïsme
Hoewel het in eerste instantie misschien niet opvalt, is er in de boeken een speciale rol weggelegd voor vrouwen ten opzichte van mannen. Feit is dat de Padishah Keizer een man is, evenals alle hoofden van de Geslachten (zoals de Hertog Atreides en Baron Harkonnen), Paul Muad’Dib en Leto II. Dat wil zeggen dat de heldenstatus en de soevereiniteit bij de mannen ligt. Slechts één maal is deze status in handen van een vrouw, en dat is in deel 3, waarin Paul’s zus Alia de scepter met harde hand zwaait. Voor de rest spelen vrouwen met name op de achtergrond van het gebeuren. Dat de auteur de vrouw een andere rol vind vervullen in de menselijke geschiedenis word duidelijk in deel 4. Hierin maakt de God-Keizer Leto II tijdens zijn 3500 jarige bewind ons lezers duidelijk waarom zijn gehele eliteleger bestaat uit enkel vrouwen. Hij zegt dat vrouwen niet vernietigend zijn, geen blinde razernij en neiging tot verkrachting hebben. Hij zegt dat vrouwen meer koesterend zijn en neiging tot verantwoordelijkheid hebben. Daarom bestaat zijn leger uit vrouwen. Ze zijn hem veel loyaler, plegen geen staatscoup, en maken zijn langdurige strenge bewind dus mogelijk. Ook wordt dit idee van vrouwen duidelijk wanneer we naar de Bene Gesserit kijken. Hoewel het nergens in de boeken letterlijk genoemd wordt, zijn ook zij zich er goed van bewust wat het verschil is tussen mannen en vrouwen. Hun orde bestaat al vele duizenden jaren, en ze is opgericht met het doel om de mens in zijn bestaan te begeleiden. Dat is een zeer eigenaardig doel, maar hiermee wordt wel hun behoefte aan duurzaamheid en zorgzaamheid duidelijk. Al verkiezen zij een strenge weg, ze zijn wel redelijk en stemmen hun handelen af op het grote geheel. Ze maken zelfs plannen die millennia beslaan. Belangrijk wapenfeit van deze zusters is wel deze, dat ze emoties wantrouwen en rationaliteit verkiezen. Aan het begin van deel 1 wordt dit onmiddellijk duidelijk gemaakt door de test voor Paul die moet bepalen of hij ‘mens of dier is’. Dieren in een val zijn impulsief en vechten voor hun eigen leven, maar mensen houden het hoofd koel en wachten de valzetter op om hem te bestrijden, zo zegt Eerwaarde Moeder Gaius Helena Mohiam. Deze zin is essentieel voor de Duinkronieken.
Dat mannen verder nog niet over die duurzaamheid beschikken wordt ons tevens duidelijk door Paul Muad’Dib. Hij is een product van de Bene Gesserit, het gevolg van duizenden jaren genetische manipulatie door een bepaald teeltschema. Hij heeft als doel de Kwisatz Haderach te zijn, een mannelijke Bene Gesserit. De Zusters van deze orde hebben de eigenschap verworven dat ze via hun vrouwelijke voorgangers in het verleden kunnen kijken, maar de mannelijke lijn kunnen ze niet zien. De Kwisatz Haderach kan dit wel. Sterker nog, Paul Muad’Dib kan niet alleen alle herinneringen uit het verleden oproepen, hij kan zelfs tot ver in de toekomst kijken. Toch verliest de Bene Gesserit al gauw de controle over Paul, en ondanks dat hij de hoofdpersoon in deel 1 en 2 is, wordt hij arrogant en egoïstisch. Hij gebruikt de fanatieke Vrijmans (Engels: Fremen) om het hoogste doel te bereiken: Keizer worden en wraak nemen door het Huis Harkonnen te vernietigen. Door de rol van Madhi (Messias) te vervullen bij de Vrijmans weet hij hun voor zijn zaak te winnen, maar zodra hij het keizerschap heeft verworven, zorgt hij voor een Jihad waarin de Vrijmanse fanatiekelingen 60 miljard mensen doden. Pas als Paul via zijn visioenen ziet welke rol hij eigenlijk behoorde te vervullen, komt hij tot inkeer en trekt zich terug. Hij sterft anoniem. Wáárom een Kwisatz Haderach? Welke grootse plannen hadden de Bene Gesserit? Kwisatz Haderach betekend ‘verkorting van de weg’. De weg verwijst naar het doel van de Bene Gesserit, namelijk de mens begeleiden. Wat die weg betekend wordt echter pas duidelijk in deel 4, waarin Leto II het bekende universum nog strenger regeert.
De Gouden Weg
God-Keizer Leto II heeft dezelfde gaven als zijn vader Paul, maar in tegenstelling tot hem, beseft Leto al spoedig dat hij die gaven niet voor niets heeft. Hij ziet dat zijn vader gefaald heeft en niet datgene durfde te doen wat eigenlijk moest. Dat wat gedaan moest worden kan niet in één enkel mensenleven, en omdat Leto fysiek een mens is als ieder ander, gaat hij een symbiose aan met een zandworm van de planeet Duin. Dit stelt hem in staat om 3500 jaar lang te leven. De rol die hij vanaf dat punt verkiest heeft echter tot onomkeerbaar gevolg dat hij letterlijk en figuurlijk zijn menselijkheid op moet geven. Figuurlijk, omdat hij zich genoodzaakt ziet de mensheid met harde tirannieke hand in het gareel te houden. Waarom deze ijzeren greep? Waarom centralisatie, terwijl de Bene Gesserit zo’n centralisatie niet kenden? Het antwoord is simpel. Een centrale macht die letterlijk alles altijd overal kan doen is weliswaar angstwekkend, maar heeft als gevolg een stabiliteit en overzichtelijkheid die het politieke evenwicht in het bekende universum tot dan toe niet kende. Leto heeft net als zijn vader het vermogen om de diverse paden van de toekomst te kunnen volgen. Hij ziet dat al deze mogelijke paden uiteindelijk slechts tot één doel leiden, hoe ver die ook in de toekomst liggen: uitsterving. Hij beseft dat aan alles vroeg of laat een eind komt, en dat wil hij voorkomen. Máár, er is één ding dat het bekende universum bij elkaar houdt: de specie. Dit is een ongelofelijk waardevolle en zeldzame stof dat een soortgelijke rol vervuld als olie voor de westerse wereld. Iedereen put uit deze bron, ook de Bene Gesserit en het Ruimtegilde. Leto ziet in dat, wanneer de mens wil overleven, hij dan niet langer afhankelijk mag zijn van één enkele bron. Bovendien zorgt zo’n kostbare bron voor dat waar de auteur ons voor waarschuwt, namelijk egoïsme. Begeerte, intriges en corruptie. Door de winning en distributie van specie aan harde banden te leggen, weet Leto zelfs het eens zo machtige Ruimtegilde op de knieën te krijgen. Ondertussen zien de Bene Gesseritzusters al generaties lang hun edele toekomstplannen verwoest worden, omdat zij de wegen van mannelijke impulsiviteit niet kennen, en de toekomst die komen zal kunnen zij ook niet zien. In de 3500 jaar van Leto’s bewind komt de menselijke samenleving langzaam tot stilstand, en het gebruik van specie neemt af. Zelfs de Geslachten verdwijnen, inclusief Leto’s eigen geslacht Atreides. Men gaat opzoek naar andere manieren van leven. Echter, dan rest nog het feit dat alle mensen in hetzelfde sterrenstelsel wonen, wat gezien de onderlinge interactie op hetzelfde neerkomt als alle landen op aarde. Ook dat maakt de mens kwetsbaar. De manier waarop Leto dit oplost is ingenieus en schrikwekkend tegelijk. Gedurende zijn bewind voorziet hij alles, en alles wat hem niet bevalt maakt hij met de grond gelijk, maar ergens in de maatschappij denkt hij iets waar te nemen. Het trekt juist zijn aandacht omdat hij het niet kan zien en voorspellen. Uiteindelijk zal blijken dat een industriële planeet in het diepste geheim een type ruimteschepen ontwikkeld die niet voor tijd en ruimte vatbaar zijn, de zogehete non-schepen. Hij wéét dat deze ontwikkeling plaats vind, en hij grijpt bewust niet in. Uiteindelijk leidt het ertoe dat het monopolie van het Ruimtegilde doorbroken wordt, waardoor de mens voor het eerst in vele duizenden jaren vrij kan reizen. Dit, terwijl hij tijdens zijn bewind juist ervoor zorgde dat mensen steeds meer gebonden werden aan hun eigen planeet. Hij is er namelijk van overtuigd dat binding leidt tot verlangen, dus reizen. Als hij, God-Keizer, na een lang, saai (hij kent de toekomst) en onmenselijk leven sterft aan het einde van deel 4, breekt de hel los die de mensheid voorgoed zal veranderen. Wát zich dan af gaat spelen krijgen we niet te lezen. We komen het te weten door middel van verwijzingen in deel 5 en 6, die zich 3000 jaar later afspelen.
Wat komt, maakt nog steeds deel uit van die Gouden Weg die Leto voor de mens heeft uitgestippeld. Doordat Leto bijna alle specie inhield, en enkel hij wist waar het bewaard werd, volgt na zijn dood de Hongersnood. Nood maakt creatief, en de mensen proberen op alle manieren te overleven. Dit gecombineerd met het verlangen om te reizen en vrij te zijn na duizenden jaren van onderdrukking, leidt ertoe dat er een heuse Verstrooiing van de mens plaats vind. Een immense volksverhuizing en emigratie naar contreien ver voorbij de grenzen van het oude keizerrijk. De mens verspreid zich over het onmetelijke universum. Leto wist dat dit zou gebeuren, en hij had dit zo bedoelt. Omdat de mens nu ineens zoveel verschillende wegen bewandelt op zoveel verschillende plaatsen, is de kans op uitsterving minimaal. De mens put in geen enkel opzicht meer uit één enkele bron.
De climax
Het Ruimtegilde heeft alle ellende overleeft, maar zijn macht is gebroken. In tegenstelling tot de Bene Gesserit. In de periode van 300 jaar tussen deel 4 en 5 nemen de zusters een andere positie in binnen de samenleving. Van een teruggetrokken en mysterieuze orde veranderen zij tot een uitvoerende, gerechtelijke en militaire macht. Ze beheersen planeten en bieden gewicht tegen de totale anarchie van de Hongersnood en Verstrooiing. Ze nemen dus bepaalde verantwoordelijkheden. Deze keuze blijkt uiteindelijk van onschatbare waarde. De Verstrooiing heeft geleidt tot onoverzichtelijkheid, maar bovenal tot mutaties in menselijke culturen en gedragingen. In deel 5 komt een deel van die veranderde mensen terug naar het oude bekende universum. Eén groepering steekt er met kop en schouders bovenuit: de Achtenswaardige Matres. Zij symboliseren alles wat zowel de Bene Gesserit als Leto II als de auteur zelf ons voor waarschuwen. Impulsief egoïsme. Voor de Matres telt enkel hun eigen leven, en bevrediging van eigen behoeftes is het hoogste goed. De dood van anderen interesseert hun niet, en ze zijn als sprinkhanen die van planeet naar planeet trekken om alle bronnen uit te putten. In die zin wordt een parallelle lijn getrokken met het oude feodale systeem tijden de Pax Corrino. In die tijd heersten de Geslachten over planeten, en al naar gelang hun eigen principes en waardes, konden ze werelden uitputten en achterlaten. Dit was wat bijvoorbeeld de tirannieke Harkonnens deden. Vreemd genoeg zijn de Achtenswaardige Matres een vrouwenorde. Ze hebben geen enkele eigenschap van dat wat de auteur vrouwen toeschrijft. In deel 6 wordt de mogelijkheid geopperd dat de Matres een verre afstammeling, of beter: aftakking zijn van de Bene Gesserit, maar vooral dat zij feitelijk een reactie zijn op de ondergeschikte rol die vrouwen altijd gespeeld hebben in de menselijke geschiedenis. In deel 6 komt het hierop neer, dat over het lot van de mensheid twee vrouwenordes vechten. Echter, de terugstroming van mensen uit de Verstrooiing, dus ook de Matres, heeft een sinistere oorzaak. Ze blijken allen op de vlucht te zijn voor een monsterlijke en ondoorgrondelijke Vijand, die zelfs de militaristische Matres niet hebben kunnen stoppen. Hoe deze climax zich verder ontwikkeld wordt helaas niet duidelijk voor de lezer, aangezien de auteur een jaar na het verschijnen van deel 6 overlijdt, in 1986. 20 jaar later zou zijn zoon de verhaallijn voortzetten met nieuwe boeken, maar deze werken halen het oorspronkelijke niveau in geen enkel opzicht.
De auteur, Frank Herbert, laat ons met één cruciale vraag achter, en hij verwacht dat wij die onszelf stellen. Die vraag is deze: bevinden wij mensen ons op onze eigen Gouden Weg naar overleving? Wie neemt verantwoordelijkheid? Wie maakt, zoals Leto ons zegt, waarlijk keuzes op lange termijn? Wie geeft zijn menselijke egoïsme op voor een hoger doel? Wie durft de onvermijdelijke waarheid onder ogen te zien, dat aan alles een einde komt als we onze ogen niet openen?
_________________ 'The real act of discovery consists not in finding new lands but in seeing with new eyes.' - Marcel Proust
Laatst gewijzigd door Kiro op 04-11-2008, 16:01:02, 1 keer totaal gewijzigd.
|