Droom over: zelfgecreerde monsters
Dinsdag 17 april, nacht..
Bijna compleet bewust van elk detail van deze droom ging ik me toch heel erg afvragen wat bepaalde elementen uit die droom nou precies zouden kunnen betekenen.
Hier gaat ie:
Ik ging zoizo met een auto richting belgie, ergens waar mijn vriendin ook ging zijn. Maar de bestuurder kende ik niet helemaal, en volgens mij zat er nog iemand in de auto, maar wie dat was weet ik niet. Het was allemaal wel heel vertrouwd maar toch was ik nerveus of iets dergelijks.
We kwamen voorbij de straat waar mijn vriendin woonde, en ik vroeg of ze mee mocht rijden, maar dat mocht dus niet van de bestuurder, die man... toen werd de (plaats)naam " Halsteren" ineens uitgesproken uit het niets. Maar toen gingen we verder, maar om een 1 of andere reden kwam ik weer terug bij die straat volgens mij. zo'n groot flatgebouw achtig dingkyding... ennummm, toen ging ik in ieder geval naar binnen toe..
Het volgende staat mij niet meer compleet chronologisch bij, maar volgens mij ging het zo:
Ik wist dat er helemaal van boven iemand woonde, en apart figuur met een gat als overloop van zijn apartement. Maar ik was toen met een andere jonge snuiter ineens aan het expirimenteren met 2 vloeistoffen. Uiteindelijk deden we in 2 verschillende kluisjes in een kluizenblok (helemaal rechtsboven) die 2 verschillende vloeistoffen bij elkaar, wetend dat daar iets uitkwam wat wij niet in de hand zouden hebben. Het werden dus 2 niet al te grote harige beesten, en ze leken kwaadaardig. Ze waren langs de achterkant van de kluisjes uitgebroken. Ik ging ze achterna, dat leidde me tot een steegje, of een trappenhuis of een liftschacht. Daar kwam ik ze tegen
Ik kreeg toen iets van ze, en ik kwam zoizo ook te weten dat ze helemaal geen kwaad in de zin hadden. Ze wilden vrijheid. Ik ging toen weer klimmend naar boven, helemaal naar het apartement van die man die van boven woonde. Ook hij was voor mijn gevoel geen wildvreemde voor me, hij was aardig en heel rustig. Het was een wat oudere man, half kaal met grijs haar. Hij leefde in een beetje een vervallen kamer. Ik wist dat ik toen een trui aan had met een twee-delige buidel en een muts. In die buidel zaten 2 dingen, plus in de rechter kant ervan nog een stukje papier, met daarop volgens mij een gedichtje. Ook op mijn schouders zat op allebei iets, verstopt onder mijn muts.
Wat er toen gebeurde was me ook niet helemaal duidelijk, maar ik weet wel dat ik zoizo dat stukje papier uit de rechterkant van mijn buidel pakte, en ik was toen bang dat dat "ding" wat erin zat mij zou bijten ofzo. En volgens mij gaf of nam die man ook die 2 dingen van mijn schouders.
Toen ging het ineens over zijn eigen huisje. Het was iewat vervallen en rommelig. Ook had hij een gat in de vloer zitten, waarvan een deel werd bedekt door zijn bed die daar op een vreemde manier tussenhing. Over de rest van het gat liep een plankje. De man zei toen tegen me: ik heb wel een hele mooie badkamer, het is gemaakt van blabla, en het ziet er zo uit en dit en dat.. hij was trots maar ook weer niet. Toen ging hij daarnaartoe, over dat gat heen lopend op dat plankje. Maar ik volgde hem niet. Het was geen angst...
en toen opende ik mijn oogjes op de inmiddels licht geworden ochtend van dinsdag 17 april.
_________________ Wonder..
|